1128 moetkomende houding aangenomen. (Cursiveering van onze Redactie). Men ziet hieruit klaar en duidelijk hoe hoog de soliditeit onzer Boerenleenbanken wordt aangeslagen door een wijs en voorzichtig college als dat van de Gedeputeerde Staten van Noord=Holland. Bij alle particuliere banken moeten bijzondere waars borgen worden geëischt. Doch bij de Boerenleenbanken achten de Gedeputeerde Staten dit niet noodig „met het oog op de waarborgen, die deze instellingen bieden" waarborgen, die te vinden zijn in de instellingen zelf! Een prachtige erkenning van de soliditeit der Boeren* leenbanken „von höchster Stelle!" En dan te denken, dat er onder onze eigen boeren en tuinders nog menschen zijn, die hunne te beleggen gelden nog altijd met voorbijgaan van hunne eigene, volkomen soliede en betrouwbare Boerenleenbanken - liever naar andere finanieele instellingen dragen, waarop zij niet den minsten kijk hebben en niet den geringsten invloed kunnen uitoefenen. Eigenlijk moesten die menschen gegeeseld worden! v. H. Nieuwe kapitaalvorming in Duitschland. Toeneming der spaarbankinlagen. De inlagen bij de Pruisische spaarbanken zijn in Augustus met M. 52 millioen gestegen. Zij bedragen thans M. 896 millioen, tegen slechts M. 404 millioen einde 1924. Naar uit een statistiek der Westfaalsche spaarbanken blijkt, is de meening, dat de geiden van publieke lichamen hierbij een belangrijke rol zouden spelen, onjuist. Integendeel is het aandeel der publieke lichamen in de totale spaargelden slechts gering, n.1. slechts 6.7%.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 16