1100
Maar het Bestuur met den Raad van Toezicht moet
het voorstel voorbereiden, en zoo goed mogelijk over;
wegen, wat het meest in het belang der Boerenleenbank
is, want, zooals wij meermalen hebben uiteengezet, het
is in het belang van alle leden, wanneer eene boeren;
leenbank op zulke wijze werkt dat er voldoende ver;
diend wordt om een flink reservefonds te vormen.
De vaststelling der rente is dus een zaak van zeer
groot gewicht, zoodat zij de volle aandacht van Bestuur
en Raad van Toezicht verdient, die goede voorlichting
van de kassiers zullen kunnen ontvangen.
En wanneer men voor moeilijkheden komt te staan,
dan raadplege men, zooals boven gezegd, de Centrale
Boerenleenbank.
De Coöperatieve Boerenleenbanken en de nieuwe
wet op de Coöperatieve Vereenigingen.
In verband met de op 15 Juni j.1. in werking getreden
nieuwe wet op de coöperatieve vereenigingen zijn de
bij onze Centrale aangesloten Coöperatieve Boerenleen;
banken bij afzonderlijke circulaire opmerkzaam ge;
maakt op hetgeen daarvan in het bijzonder voor haar
van belang is.
Nadrukkelijk wijzen wij er hier op, dat de meeste
onzer Boerenleenbanken bij deze wet geen belang heb;
ben, wijl zij zijn: vereenigingen, erkend bij de wet van
1855. Slechts de volgende zijn Coöperatieve Boerenleen;
banken: Bleiswijk, Didam, Groenlo, Heeze, Hoogland,
Huisseling, Kerkrade, Keijenburg, Leende, Lopik, Lut;
jebroek, Montfoort, Montfort, Mijdrecht, Naaldwijk,
Oldemarkt, Ommen, Oudewater, Pijnacker, Steenwij;
kerwold, Steggerda, Swalmen, Twello, Wamel, Wehl,
Wolvega, en de Coöperatieve Boerenleenbanken, welke
van de Centrale te Alkmaar naar de onze zijn over;
gekomen.
Onze andere Boerenleenbanken staan er buiten en
behoeven zich niet aan de volgende bepalingen te
storen.