1083 en geruchtmakende processen uit voortgevloeid en zoo ooit dan is hier van toepassing: „Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht." Ook de vereeniging zelf maar meestal haar Bestuur kan er de dupe van worden, want die Bestuurders zijn dan de aansprakelijke personen. Daarom geven wij onzen Boerenleenbanken en tevens aan de vereenigingen, waarvan onder onze Boerenleen* bankbeheerders tal van bstuurders zitten ,den raad, er steeds tijdig voor te zorgen, dat hun verenigingen haar duur verlengen, als het nog tijd is. Vóór 15 Juni 1925 konden Coöperatieve Vereenigin* gen volgens de Wet van 1876 voor niet langer dan 30 jaar worden opgericht. Ze moesten dus telkens worden verlengd. De nieuwe Qoöperatiewet 1925, welke 15 Juni j.1. in werking trad, heeft o.a. ook deze nieuwigheid inge* oerd, dat voortaan coöperatieve vereenigingen kun* nen worden opgericht voor onbepaalden tijd. Hierdoor wordt tevens de mogelijkheid geschapen, dat be= staande coöperatieve vereenigingen bij wijziging harer statuten haar duur „voor onbepaalden tijd" verlengen. Men houde hierbij in het oog, dat het voorgaande uit* sluitend Coöperatieve vereenigingen geldt. De vereenigingen, volgens de wet van 1855 opgericht, (zooals 95% onzer Boerenleenbanken en ongeveer alle Boerenbonden) worden practisch altijd opgericht voor minder dan 30 jaar, zulks met het oog op de wets* bepaling, volgens welke de oprichting voor langeren duur of voor onbepaalden tijd niet onder gewone Koninklijke goedkeuring valt, maar alleen bij afzonder* lijke door de Staten Generaal aangenomen en door de Koningin bekrachtigde formeele wet gesanctionneerd kan worden. Van dit middel wordt wegens de wel wat groote omslachtigheid zoo goed als geen gebruik ge* maakt. Daarom zit er niets anders op, dan er altijd de noodige aandacht aan te wijden, dat tijdig verlenging wordt gevraagd. Maar men beschouwe deze aangelegenheid toch voor*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 3