1082
eeniging nog bestaat. Is de tijd, waarvoor de vereeniging
is aangegaan, verloopen zonder meer, dan houdt zij op,
te bestaan. Wil men dit bestaan laten voortduren, dan
moet men er op tijd bij zijn. Anders is het tijdstip voor
ingrijpen onherroepelijk voorbij.
Overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in de
statuten der vereeniging moeten dus tijdig het besluit
en de verdere noodige maatregelen genomen worden,
om den duur der vereeniging te verlengen, wanneer
het tijdstip, door de oude bepaling aangewezen als het
eind van den bestaansduur, zichtbaar wordt.
Het zal ieder duidelijk zijn, dat hieraan een buiten
gewoon gewichtig practisch belang vastzit ingeval het
betreft een vereeniging, welke eigendommen bezit, ver?
plichtingen heeft enz. Immers, wanneer de vereeniging
door het verloop van haar bestaansduur heeft opgehou;
den te bestaan, is zij alleen nog maar in staat in ontbin^
ding te treden, te liquideeren. Voor het overige wordt
zij door niets van hetgeen na dat tijdstip, waarop haar
bestaan geëindigd is, geschiedt, gebonden.
Zou men na dat tijdstip bijvoorbeeld nog op een
crediet, dat ten name der vereeniging bij een plaatse;
lijke Boerenleenbank openstaat, geld geven, halen en
brengen, dan wordt de doode vereeniging niet meer
gebonden.
Voor de Boerenleenbank in kwestie wordt dit dan
een uitermate gevaarlijke zaak. Zij gaf het geld, omdat
de vereeniging soliede was, goede zaken deed, solvabele
leden en een deugdelijk Bestuur had. Doch op eenmaal
vallen die waarborgen goeddeels weg. Terwijl de Boe;
renleenbank meende met de vereeniging, welke in liqui
datie is, zaken te doen, hadden haar leden daarmede
niets meer te maken. En hiervan kan ze nog heel wat
onaangenaamheden ondervinden, te veel om op te noe;
men. Laat ons volstaan met de verzekering, dat, als een
vereeniging niet tijdig zorgt voor de verlenging van
haar levensduur, tal van gevaarlijke juridische kwesties
opduiken, die als voetangels en klemmen werken. Daar
zijn gelukkig niet bij Boerenleenbanken treurige