1064 zen hebben gereserveerd en een bedrijfswinst van 293.387.79, totaal 764.115,42. Deze bedrijfswinst, ofschoon niet onaanzienlijk, is te klein voor een bedrijf van onzen omvang, maar vindt voor een goed deel haar verklaring in het feit, dat wij meer dan anders, met het oog op mogelijke grootere opvragingen bij de plaatse* lijke Banken, moesten zorgen voor een zoo groot moge* lijke liquiditeit. Het gevolg hiervan was, dat de renta* biliteit van het bedrijf daalde. Onze gedachtengang is geweest, liever wat minder winst, dan dat er niet vob doende liquiditeit der middelen zou zijn. De resteerende bedrijfswinst ad 193.387,79 stellen wij voor te bestemmen als volgt: 193,387,79 Overeenkomstig art. 49 sub 1 der Statuten 10% in het Reservefonds 5 19.338,78 174.049,01 6% dividend (maximum) (art. 49 sub 2) 13.170, 160.879,01 Volgens art. 49 sub 3 komt hiervan: 85% aan het Reservefonds 136.747,16 10 aan de Gem. Reserve 16.087,90 5% ter besch. Alg. Verg. 8.043,95 160.879,01 De reserves bedragen na goedkeuring der verlies* en winstrekening: Reservefonds (Gewoon) 1.754.132,59 Reservefonds (Crisisfonds) 145.425,86 Gemeenschappelijke Reserve 227.415,50 Reserve Effectenkoersverschillen 737.440,60 2.864.414,55 Ter beschikking der Algemeene Vergadering komt dan 8.043,95, welk bedrag wij U A'oorstellen ter be* schikking te stellen van den Nederlandschen Boeren* bond. Als wij zoo, Mijnher de Voorzitter, de resultaten en de positie onzer Bank bezien, dan blijkt, dat wij weder een flinke schrede vooruit hebben gezet en dan mogen wij met voldoening constateeren, dat na het gelukkige herstel der rust onder onze menschen, die het vorige

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 8