1059 De heer Fleskens zegt: Als ik het woord heb gevraagd, Mijnheer de Voor* zitter, dan wil ik beginnen met U en deze Vergadering hartelijk dank te zeggen voor de gelegeiiheid, die mij wordt geboden, om bij de balans en verlies* en winst* rekening 1924 eenige nadere toelichtingen te verstrek* ken. En het zal mij zeer zeker wel worden vergund aan dat begrip toelichting een eenigszins ruimere opvatting en wijdere beteekenis te geven door er eenige beschou* wingen aan toe te voegen nopens den gang van zaken en over de organisatie, waarvan tenslotte in de cijfers altijd min of meer de „ups and downs" en in 't algemeen de wederwaardigheden tot uiting komen en worden ge* registreerd. Wanneer ik een terugblik werp op het boekjaar, dat op 31 December 1.1. werd afgesloten, dan kan ik tot mijn groote voldoening constateeren, dat na de aanvankelijke onrust, welke hier en daar tegenover het bankwezen in het algemeen tot uiting kwam, de noodzakelijke rust vrij spoedig weer werd hersteld. Reeds meer dan een jaar lang kunnen wij ons weer in een rustige samen* werking verheugen, ondanks het feit, dat er altijd nog personen werden gevonden, die, zeker niet gedreven door liefde en sympathie voor den boer en zijn organisa* tie doch zeer waarschijnlijk uit jacht op eigen voordeel, er op uit waren om door allerlei stokerijen en ver* dachtmakingen en door een opzettelijk verkeerde voor* stelling van zaken de credietwaardigheid onzer Bank naar beneden te halen en het vertrouwen in onze orga* nisatie te schokken. Zeker, hier en daar hadden onze tegenstanders eenig succes te boeken, doch van zoo weinig beteekenis en van zoo'n gering belang, dat het overbodig is, daaraan bijzondere aandacht te schenken. Voor mij is komen vast te staan ook uit de cijfers, die weer een overvloedige toename van spaargelden vertoonen dat het overgroote deel onzer menschen ik zou zeggen 99%te verstandig is gebleken om zich door laffe en gewetenlooze lasteraars te laten mis* leiden. De boeren hebben vertrouwen gesteld in de leiding hunner organisatie en dat strekt hun tot eere.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 3