1077 een benoeming voor de rechtmatige vervulling nood* zakelijk. Ook is hiervoor niet vereischt, dat de Pastoor of de door hem aangewezen geestelijke lid der Boerenken* bank is. Indien zijnerzijds tegen het lidmaatschap om de een of andere reden bezwaar bestaat, dan is hij niettemin van rechtswege Adviseur. En de waarde hier* van op zich zelf is op de gronden, welke wij reeds aangaven er volstrekt niet minder om. De waarde van het hebben van een geestelijk Advi* seur daargelaten nog de plicht van wellevendheid en van eerbied, aan den geestelijken persoon verschul* digd brengt natuurlijkerwijze mede, dat het Bestuur hem met volle vertrouwen en onverkort de rechten en verdere bevoegdheden toekent, waarop hij krachtens de bepalingen van Art. la (zie ook Art. 19) van het Huishoudelijk Reglement aanspraak kan maken en hem tevens voor het gebruik maken daarvan in de gelegen* heid stelt. Dit laatste houdt op de eerste plaats in, dat het Be* stuur den geestelijken Adviseur steeds een behoorlijke oproeping tot de vergaderingen van het Bestuur, en van den Raad van Toezicht en van de Algemeene Ver* gadering doe toekomen (Art. 1 a, 2 en 3 Huish. Regl.). Zijn geregelde aanwezigheid in die vergaderingen zal er naar onze overtuiging krachtdadig toe medewerken, dat niet alleen steeds de goede tooit en de goede geest daarin zullen heerschen, maar tevens waarborgen, dat ook in de toekomst bij al de te nemen besluiten boven alle persoonlijke overwegingen sympathiën en anti* pathiën de werkelijke belangen der Boerenleenbank, rechtvaardigheid en liefde den doorslag zullen blijven geven. Wij zijn er dan ook zeker van, dat, indien de Boeren* leenbanken deze heilzame samenwerking met den gees* telijken Adviseur onverkort vermogen te handhaven, zij ook onder de volgende geslachten haar werkzaam* heid in denzelfden geest van onderling vertrouwen en christelijke solidariteit zegenrijk zullen voortzetten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 21