1042
Terwijl in de eerste jaren van het bestaan der Orga»
nisatie, de Centrale Bank zich niet dan bij uitzondering,
op verzoek, met de kwestie aangaande het Kassiers»
salaris inliet, bleek gaandeweg de wenschelijkheid, dat
op dit punt door haar leiding werd gegeven, omdat er
zoowel Kassiers waren, die in vergelijking met omvang
en vermogen der Bank volstrekt onvoldoende vergoe»
ding ontvingen, anderen daarentegen hooger werden ge»
salarieerd, dan voor een betrekking, als het Kassiers»
ambt nagenoeg steeds is, redelijkerwijze mocht verwacht
worden.
Zoo ontstond de thans nog van kracht zijnde maat»
staf, die gedurende verscheidene jaren bevredigend ge»
werkt heeft.
Toen men echter in den laatsten tijd plaatselijk hier
en daar neiging vertoonde, om dien maatstaf te over»
schrijden, meende het Bestuur der Centrale Bank niet
beter te kunnen doen, dan het vraagstuk opnieuw aan de
orde te stellen en het ter beoordeeling voor te leggen
aan een in het bijzonder daartoe samengestelde Com
missie, waarin hoofdzakelijk Directeuren en Kassiers
van plaatselijke Boerenleenbanken zitting hadden.
Deze Commissie is in hare besprekingen, nadat ver
schillende wijzigingen waren overwogen, maar achter»
eenvolgens als onvoldoende ter zijde gelegd, tot de
slotsom gekomen, dat het 't beste was, den maatstaf te
handhaven onder toevoeging echter van deze bepaling,
dat in speciale gevallen overschrijding ervan zou zijn
toegelaten. Aan het Bestuur der Centrale Bank moest
de vrijheid gelaten worden meende de Commissie
om eventueel rekening te houden met de bijzondere
plaatselijke omstandigheden, met de meerdere of min»
dere geschiktheid van den functionaris, de betere of
minder goede behartiging der taak enzoovoorts.
Dit Commissie»voorstel hebben inmiddels Bestuur en
Raad van Toezicht der Centrale Bank aanvaard en in
aansluiting daarop hebben zij besloten, dat de huidige
maatstaf in het algemeen zal behouden blijven, doch
tegen overschrijding daarvan tot een beperkt bedrag
geen bezwaar zal worden gemaakt, bijaldien hiervoor