1052
de Directeur nooit vreezen den Kassier te ontstemmen;
want een flinke Kassier zal niets liever zien, dan dat
de Directeur met hem de boeken naziet, en overigens
moet een Directeur zóózeer van zijne groote verant;
woordelijkheid overtuigd zijn, dat hij nooit mag
schroomen datgene te doen, wat zijn plicht gebiedt.
Verder zal de Directeur toezicht houden over al de
handelingen van den Kassier, bijv. of hij aan de voor;
schotnemers geen hoogere bedragen geeft, dan zijn toe;
gestaan, en of de kas, die geregeld gehouden wordt,
niet hooger is, dan noodig, wijl daardoor renteverlies
ontstaat. Het zijn gelukkig uitzonderingen, maar voor
en na blijkt, dat er Kassiers zijn, die op beide even=
genoemde punten, schromelijk misbruik maken, soms
tot ernstige schade van de boerenleenbank. Bij een goed
toezicht, dat op de eerste plaats de Directeur te houden
heeft, kunnen zulke misstanden niet voorkomen.
De Directeur heeft de eenheid en orde te handhaven,
en derhalve te zorgen, dat conflicten onder de bestuur
deren der Boerenleenbanken worden vermeden, en zoo
er ontstaan mochten zijn, deze worden bijgelegd. Indien
een geestelijk Adviseur aan de Boerenleenbank is toe;
gevoegd, zal vooral bij moeilijkheden en oneenigheden,
de Directeur de hulp van dezen Adviseur inroepen.
De vergaderingen van het Bestuur en de Algemeene
Vergaderingen worden opgeroepen en geleid door den
Directeur; zulke vergaderingen goed leiden is een groote
kunst, vooral als er oneenigheden dreigen of ontstaan
zijn. Want de Directeur heeft zorg te dragen, dat de
vrijheid gewaarborgd wordt, om te zeggen, wat er in het
belang der Boerenleenbank moet gezegd worden, maar
tevens mag hij geen persoonlijke hatelijkheden toelaten,
of toestaan, dat de vergaderingen der Boerenleenbanken
gebruikt worden, om persoonlijke veeten aan te wakke=
ren. Hier is dikwijls groote stuurmanskunst noodig:
maar als de Directeur zorgt zelf geheel onpartijdig te
blijven, en enkel het algemeen welzijn op het oog heeft,
zal hij ook hier den waren weg kunnen volgen.
Indien de Directeur verhinderd is, of wanneer hij
door langdurige afwezigheid, ziekte of overlijden niet