1023
in de boerenbeweging wierp, heeft hij er zich met hart
en ziel aan gegeven; hij ontwierp statuten en reglement
ten in samenwerking met de eerste leiders; hij redigeerde
het Bondsorgaan; hij trok dag in en dag uit in den letter*
lijken zin „den boer op", om vergaderingen te leiden of
spreekbeurten te houden, waarin hij de boeren warm
wist te maken voor zijne idealen. In de eerste jaren
gaf hij in den vroegen ochtend zijne lessen aan het Gym*
nasium, en dan was de verdere dag, tot laat in den nacht
soms, aan de boerenbeweging gewijd.
Tegenwerking staalde zijn moed; ja het was zelfs of
zijn strijdlustig karakter zijne tegenstanders uitdaagde.
Hij zag enkel het doel, en wie hem bij het bereiken van
dat doel in den weg stond werd weggeduwd, hardhandig
soms; ja zelfs zijne vrienden en medestanders moesten
ondervinden, dat ook zij weggeduwd werden, als hij
meende, dat zij het doel in den weg stonden, dat hij
nastreefde; en al kon dat hard vallen en onaangenaam
stemmen, toch kwam steeds de overtuiging boven, dat
hij het eerlijk gemeend had, ook al kon men het op
enkele punten niet met hem eens zijn.
Vijf en twintig jaren lang heeft Pater van den Eisen
mogen werken voor den Boerenbond en voor zijne boe*
ren, die hem lief waren geworden als zijn oogappel;
de goede God heeft hem de voldoening geschonken dat
hij het nog heeft mogen aanschouwen dat Gods zegen
zichtbaar gerust heeft op het werk, dat hij, met zoovele
medestanders, met eenzelfden geest van christelijke
liefde bezield, heeft ondernomen.
Zijn priesterhart heeft echter steeds het hoogere en
onvergankelijke voor zijne boeren gezocht, die „hij
liefhad als zijne zonen", zooals hij zelf getuigde.
Treffend is het, wat Rector van Kessel, zijn op*
volger als Adviseur van den Noordbrabantschen Boe*
renbond als het Testament van Pater van den Eisen
kon mededeelen: „Zeg de boeren, en herhaal het hun
„bij iedere gelegenheid: wacht U toch voor het materia*
„lisme, de jacht naar geld en goed. Zoekt eerst het rijk
„Gods en al het overige zal u worden toegeworpen."