1034
geeft. Blijkt het, dat voorschotten dubieus zijn, d.w.z.
dat het zeer twijfelachtig is, dat ze door schuldenaar
en borgen geheel zullen worden terugbetaald en met
nagenoeg volkomen zekerheid niet op hen te verhalen
zullen zijn, dan moeten die voorschotten tevens vermeld
worden op de Balans rechts onder „Onzekere vorde*
ringen".
Is gebleken, dat ze inderdaad een verlies opleveren
dan moeten ze worden afgeboekt en onder het verlies
worden opgenomen. Ten eerste hebben de leden recht
op een met de waarheid overeenkomend verslag. En
bovendien is het billijk, dat een lid der Boerenleenbank,
hetwelk in het verloopen boekjaar is uitgetreden, zijn
aandeel in de verliezen, zoo en voor zoover ze werkelijk
bestaan, betaalt.
Nadat Rekening en Balans door Bestuur en Raad van
Toezicht zijn vastgesteld en geteekend, worden zij aan
de Algemeene Vergadering ter vaststelling en goed*
keuring voorgelegd.
De Algemeene Vergadering kan uit haar midden een
Commissie benoemen, om Rekening en Balans voor haar
na te zien en aan haar verslag uit te brengen.
Voor een juiste werking verdient het de voorkeur,
dat telkenjare eenige personen in deze Commissie be=
noemd worden voor de Rekening en Balans van het loo*
pende boekjaar, opdat zij het onderzoek zullen hebben
gedaan, vooraleer de jaarlijksche Algemeene Vergade*
ring samenkomt.
Deze Commissie, bestaande uit leden der Boerenleen*
bank, die niet tot Bestuur of Raad van Toezicht be*
hooren, mag geen inzage nemen van de Grootboeken
en het Dagboek, wijl Kassier, Bestuur en Raad van
Toezicht, door ambtsgeheim gebonden, geen inzage ver*
leenen mogen aan gewone leden der Bank.
Het onderzoek heeft daarom alleen plaats aan de
hand der Uittreksels uit de Grootboeken. Voor zoover
het ambtsgeheim zulks niet belet, mag de Commissie
natuurlijk kennis nemen van alles, wat ter nadere toe*
lichting noodig is. Ook de Algemeene Vergadering is
hiertoe bevoegd. Alles met inachtneming van den plicht