1031 Reserve na de winstverdeeling. Na de vaststelling der Balans in 1924 bedroeg de totale Reserve van de Centrale Boerenleenbank: Gewoon Reservefonds 1.598.046.65 Reservefonds (crisisfonds) 180.922.12 Gemeenschappelijke Reserve 197.724.15 Reserve Effectenkoersverschillen 266.712.97 2.243.405.89 en is verminderd met afschrijving van het Reservefonds (crisisfonds): afschrijf ving op 3 posten35.496.26 2.207.909.63 en vermeerderd met de bijdrage Boe= renleenbanken in de gemeenschappen lijke Reserve13.603.45 ƒ2.221.513.08 Hierbij komt: bij het Gewoon Reservefonds 156.085.94 bij het Gemeenschappel. Reservefonds 16.087.90 bij de Reserve effecten=koersverschillen 470.727.63 Totale Reserve 2.864.414.55 Eigen kapitaal en Aansprakelijkheid. Op 31 December 1924 bedroegen: Aandeelenkapitaal2.195.000. Aansprakelijkheidsfonds 2.195.000. Totale Reserve2.864.414.55 Totaal 7.254.414.55 Bij d.e Centrale Boerenleenbank was einde December belegd (in ronde cijfers): door boerenleenbanken41.445.000 door diverse crediteuren1.536.000 tienjarige schuldbrieven2.222.000 Totaal 45.203.000 Waar eigen kapitaal en aansprakelijkheid bedragen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 11