1011
smeerde tong in den bek, dan wordt hij vertrouwd.
Het wantrouwen wordt door enkelen bewaard voor
eigen, bekend volk, op wie nog nooit iemand een cent
toegaf.
In het volgend nummer van gemeld Orgaan lezen wij
een artikel van dezelfde hand, dat we meenen goed te
doen ook hier over te nemen:
Het toeval is nog niet de wereld uit.
Verbeeld u, dat me dezer dagen om een onderhoud
werd gevraagd door een paar onbekende heeren, om te
spreken over ontginning en stichting van nieuwe boeren*
bedrijven. Dat onderwerp lokte me voldoende aan, om
onmiddellijk bereid te zijn.
Al spoedig werd door mij de vraag gesteld, of dit
onderhoud ook wellicht in verband stond met mijn
artikel in het vorig weekblad*nummer, over het beleg*
gen van gelden in nieuw te stichten boerenbedrijven.
Die vraag werd beslist ontkennend beantwoord. Van
dat artikel wisten de heeren niets; maar dan ook heele*
maal niets. En als me zoo iets gezegd wordt door iemand,
die me nog nooit bedroog, geloof ik dat in den regel.
Ofschoon ook op dien regel uitzonderingen bestaan.
Het was dus louter toeval, dat het onderwerp van
dit gesprek tamelijk wel paralel liep met het bedoeld
artikeltje: „Kapers op de kust".
Wat er ook van zij, er is in ieder geval in 't jaar
1923 een stichting in 't leven geroepen: „De Eendracht",
beleggingsfonds voor cultuur van eigen bodem, geves*
tigd te Zwolle. Dat eigenaardige „toeval" dan wilde, dat
er juist in de laatste weken circulaires en aanbiedingen
van „De Eendracht", gevestgd te Zwolle, verspreid zijn
langs den Maaskant.
Het zou te lang worden, om het besprokene in dat
particulier onderhoud hier in zijn geheel te vermelden.
Het zij genoeg te weten, dat we op één punt volkomen
tot overeenstemming zijn gekomen: Het groote nut van
de vermeerdering der landbouwbedrijven, om vooral
onze trouwlustige jongelui aan een broodwinning te
helpen.