1017 Wij vinden in U een nieuwen beschermer daarboven bij God. Op U durven wij toepassen wat gij, twee maanden geleden, zegdet bij de lijkbaar van onzen onvergetelijken Vliebergh: „Hij zal den Boerenbond blijven helpen, beter en meer dan ooit. „Hij heeft op aarde het licht gezocht. Nu leeft hij in de glanzende stralen van het Goddelijk Licht. „Hij heeft God gezocht. Nu ziet hij God in al Zijn glorie en volmaaktheid. „Hij heeft God bemind. Nu leeft hij in verrukking in de goddelijke liefde." M. Verheggen drukte zich ongeveer uit als volgt: „Evenals door mijn tegenwoordigheid bij de plechtige begrafenis, wil ik door mijn woorden in het sterfhuis namens onzen Nederlandschen Boeren? en Tuinders? bond een blijk geven van oprechte deelneming en toe? genegenheid aan onze in den laatsten tijd zoo herhaalde? lijk en zoo zwaar beproefde Belgische zustervereeniging. Tegelijkertijd wil ik getuigen van onze hooge waar? deering en onzen diepen eerbied voor den hooggeachten en uitmuntenden Staatsminister Helleputte en voor alles wat hij in zijn verdienstvolle leven voor Kerk en Staat en volk en in 't bijzonder voor den Boerenbond heeft gedaan. Daarbij spreek ik de hoop uit, dat de goede God hem rijkelijk moge beloonen en dat wat hij tot stand bracht ook na zijn dood moge blijven groeien en vruchten dragen. Ten slotte geef ik de verzekering dat zijne nagedach? tenis ook in Nederland in eere zal blijven en dat wij niet zullen nalaten hem met onze Belgische broeders in het gebed te herdenken." De heer Fleskens zeide: „Als ik hier slechts een paar woorden ga zeggen, dan doe ik dit niet alleen als vriend, maar vooral als Voor? zitter van het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boe?

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 13