1016
geven van wat hij voor den Boerenbond geweest is en
van wat hij er voor gedaan heeft.
De stichter. Zoo de Boerenbond kon stijgen tot
de hoogte, waarop hij nu staat, is zulks in de eerste plaats
te danken aan de stichters, die de sociale en economische
grondslagen hebben gelegd, waarop immer door veilig
kon voortgebouwd worden; niet het minst is het te dans
ken aan den stouten durf van hem, die toen op sociaal
gebied meest al de anderen honderd passen vooruit
stond en aan zijn wijden en scherpen blik, die het gebied
overzag en de toekomst doorpeilde.
De Hoofddeken. Het heil van den Boerenbond was
een der groote kommernissen van zijn leven. Te midden
zijner menigvuldige bezigheden, vond hij den tijd, om
een groot deel zijner beste krachten te wijden aan de
werkdadige leiding van den Boerenbond; met de be*
zorgdheid en de nauwgezetheid, die hij aan alles bes
steedde, hield hij den gang zijner instelling in 't oog; zijn
rijke begaafdheden stelde hij tot haren dienst. Hij bes
minde zijn volk, zijn Vlaamsche volk, doch had een bijs
zondere voorliefde voor den landbouwersstand, in den
Boerenbond vereenigd; waar het pas gaf, sprong hij er
voor in de bres, met de diepe overtuiging en de vurigs
heid, die hem kenmerkten.
Zou het vermetel zijn, hierbij het vermoeden te uiten,
dat deze vrome christen en hartstochtelijk kampioen
van JezussChristus, aan den Boerenbond en aan zijn
leden een anderen dienst, van hoogere orde, mocht bes
wijzen en door zijn gebeden en verdiensten veel mocht
bijdragen om den zegen Gods over zijn werk te trekken?
Dat deed M. Helleputte voor ons.
Het U voldoende weergeven, Waarde Heer Hoofds
deken, kunnen wij niet. Maar in naam van ons bestuur,
van onze leden, van heel den rechtschapen en vromen
boerenstand, durf ik U beloven, dat wij U niet zullen
vergeten in onze gebeden, en dat wij uw aandenken zul*
len bewaren, als dat van een vader en als een aans
moediging ten goede.