971
zoo veelomvattend en diepgaand te doen zijn, als de
ondervinding hier en elders, in binnen; en buitenland
heeft aangetoond, dat gewenscht, nuttig en noodig
zijn zou.
Wij zouden ons echter aan een grof verzuim schuldig
maken, zoo wij hier niet een woord van oprechte hulde
wijdden aan het juiste inzicht van de Beheerders en
Kassiers onzer plaatselijke Boerenleenbanken, wier
trouwe medewerking nooit achterbleef. Men mocht dan
al eens lichtelijk mopperen over het uitdijen van het
lnspectieverslag en wegens den aandrang om de ge;
vraagde herstellingen met bekwamen spoed aan te bren;
gen, het onderzoek op zich vond nagenoeg overal de
instemming en medewerking, welke voor het beoogde
doel noodig waren.
„Hoe scherper gecontroleerd wordt, des te gemakke;
lijker is ons het werk en des te lichter onze verantwoor;
delijkheid", zoo verklaarde men tal van keeren.
Inderdaad; vergissingen zijn zelden uitgesloten en het
kan niet anders dan welkom wezen, dat ze worden
achterhaald en hersteld, vooraleer zij onaangenaam;
heden of verliezen ten gevolge gehad hebben.
Wie nu zal niet toegeven, dat het voor het behoud van
het algemeene vertrouwen de voorkeur verdient, dat die
vergissingen en nalatigheden ontdekt worden door de
leiding zelf van de Bank zij het dan door middel der
Centrale Inspectie boven de mogelijkheid, dat zulks
geschiedt door de betrokken personen.
Dat het onderzoek, ingesteld door personen, die zich
door geregelden inspectiearbeid in materie e-n methode
hebben ingewerkt, sneller en beter doel zal treffen, dit
is eveneens voor ieder duidelijk. En daarom heeft geen
enkele Kassier der Boerenleenbank in de inspectie een
blijk van wantrouwen gezien, noch opzichtens zijn be;
kwaamheden, noch opzichtens zijn eerlijkheid en goede
trouw.
Een rechtschapen Kassier, die naar eigen overtuiging
zijn ambt behoorlijk waarneemt, heeft voor zijn eer en
goeden naam van de controle niets te duchten. Want al
zullen er vergissingen en onnauwkeurigheden aan het