960 waarborgen op zeer aanbevelenswaardige voorwaarden de noodige credieten bekomen tot de instandhouding of tot de verbetering en uitbreiding van hun bedrijf. En als spaarbank verdient de boerenleenbank om de aansprakelijkheid der leden alle vertrouwen. Geen wonder, dat de boerenleenbank zich dan ook in een algemeene belangstelling en deelname der boeren mag verheugen. Dit blijkt duidelijk uit de volgende gegevens betref* fende plaatselijke boerenleenbanken, aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Aan het einde van 't jaar 1922 bestond deze uit 508 boerenleenbanken met 61464 leden. Deze hadden toen aan 31096 voorschotnemers uitge* leend de som van 40.682.460.Daarbij hadden 5913 loopende*rekeninghouders eene schuld van 17.301.922 en een tegoed van 2.298.176. Alsdan waren in omloop 119.988 spaarboekjes waarop in totaal was ingelegd 't bedrag van 107.376.340. Hieruit blijkt dus meer dan voldoende, dat de boeren* leenbanken zoowel als voorschot* als spaarbanken 't volle vertrouwen der boeren bezitten. Als spaarbank voor de boerenjeugd mag de boeren* leenbank echter nog wel wat aanbevolen worden. De spaarzaamheid, als maatschappelijke deugd, dient toch zeker ook door den jongen boerenstand beoefend te worden. En 't bezit van een spaarboekje blijkt daarbij een zeer geschikt hulpmiddel te zijn ter bevordering van die goede eigenschap. Voor de boerenjeugd mag of moet dat boekje zeker 't liefst bij de boerenleenbank genomen worden. Toch is het nog een zeer klein percentage der boerenjongens en meisjes, dat een spaarboekje der boerenleenbank in hun bezit heeft. Wat zeer te betreuren is, vooral voor dezer toekom* stig leven. De spaarzaamheid is immers eene deugd, die door voortdurende beoefening moet aangeleerd worden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 8