955 Gelijk het verleden, God zij dank, heeft aangetoond, komen gevallen als te Apeldoorn zelden voor. Maar nu eenmaal de aandacht op zulke mogelijkheden gevestigd is, achten wij het niet te verantwoorden, als nu ook niet middelen worden aangewend, om de gevolgen hiervan, zooveel mogelijk, te verminderen. Vooral, als het zoo eenvoudig, en met zoo weinig kosten kan. Uitlegging van de Statuten der plaatselijke Boerenleenbanken. Plichten van het Bestuur. Art. 26. Het Bestuur is verplicht: 6". toezicht te houden op de verrichtingen van den kassier, vooral op de maandelijksche en jaars lijksche verantwoording, en minstens ééns per jaar den stand der spaarboekjes, voorschotboekjes en boekjes voor hopende rekening met de boeken en bescheiden der Boerenleenbank te Vergelijken, enz. In de vorige afleveringen hebben wij de eerste vijf punten van dit artikel uiteengezet. Thans gaan wij bespreken de maandelijksche verantwoording. Volgens art. 23 der Statuten wordt de gewone vers gadering door het Bestuur minstens eenmaal in de maand gehouden. In deze maandelijksche vergadering doet de kassier verantwoording van hetgeen in de verloopen maand is gebeurd. Het Bestuur doet dan de opname der kas. In het Dagboek worden de ontvangsten en de uit* gaven opgeteld, welke, van elkaar afgetrokken, den stand der kas aangeven. Het Bestuur ziet dan na, of de inhoud der kas klopt met de cijfers. Dit geschiedt door in de kolom „Aanmerkingen" het eindbedrag van kolom

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 3