962
De Landbouw in Denemarken en de Crediet-
verleening,
In den R. K. Boerenstand komt een zeer lezenswaard
dig artikel voor van L. Peters, l.i. dat den toestand van
den landbouw in Denemarken bespreekt. Wij ontleenen
hieraan het volgende:
Het meest opmerkelijke en toch bij eenig nadenken
meest voor de hand liggende is, dat bij alle besprekingen
het belang van Denemarken bij den export van land*
bouwproducten op den voorgrond werd geplaatst. En
evenals dit het geval is bij ons, wordt de belangrijkheid
van den landbouwexport door de andere groepen der
bevolking niet naar waarde geschat. Zelfs gingen de
financieele en industrieele groepen zoover, dat beper*
king van den invoer van grondstoffen voor het land*
bouwbedrijf, zooals b.v. veevoeder, werd aanbevolen
om den koers van de Deensche kroon te verbeteren.
Tot uitvoering van dergelijke plannen zal het wel nooit
komen, doch het teekent de volslagen onbekendheid
met de fundamenten, waarop de landbouwexport, die
met sprekende cijfers figureert aan de actieve zijde der
handelsbalans, berust.
Hierop werd dan ook gewezen door den heer Puistrup,
voorzitter van den Bond van Jutlandsche Landbouw*
vereenigingen: terwijl de landbouwexport in de eerste
acht maanden van 1924 gemiddeld eene waarde had van
4V2 millioen Kronen per dag, bedroeg de invoer van
grondstoffen voor het landbouwbedrijf ongeveer lT
millioen Kr. per dag; terwijl de handelsbalans over de
eerste acht maanden van dit jaar een meer*invoer aan*
wijst van ruim 1 millioen Kronen per dag, bedraagt de
meer*uitvoer van landbouwproducten 3 millioen Kronen
per dag. Dit zijn inderdaad sprekende cijfers! Eene be*
perking van het crediet om den invoer van deze grond*
stoffen te financieren, moet dan ook als nadeelig voor
de volkswelvaart worden afgewezen. Nog werd gewezen