942 beleid, omdat het Bestuur toezicht moet oefenen op de handelingen van den kassier. Zooals dan gezegd is, verdeelen de leden van het Be» stuur en van den Raad van Toezicht onderling de werk» zaamheden. Een of meer leden nemen het Grootboek en lezen de saldo's voor van de verschillende rekeningen; namelijk van de spaarboekjes, van de voorschotboekjes en van de boekjes in loopende rekening. Andere leden nemen de boekjes voor zich en zien, of het saldo van het Grootboek overeenstemt met het saldo van het boekje. Is dit het geval, dan plaatst hij daarin liefst met een stempel, die bij de Centrale Bank verkrijgbaar is gesteld de woorden: GEZIEN EN ACCOORD en zet daaronder schriftelijk zijn handteekening. Bevindt men eenig verschil, dan wordt hiervan on» middellijk aanteekening gehouden en als het verschil niet uit de boeken kan opgelost worden, moet de Direc» teur of een der Bestuursleden zich met den rekening» houder in verbinding stellen, om te trachten dit verschil op te lossen. Gelukt dit niet, dan geve men hiervan kennis aan de Centrale Boerenleenbank, die door de Inspectie wel» licht de zaak tot oplossing kan brengen, want in zulke gevallen behoeft men niet terstond aan oneerlijkheid te denken, wijl door verkeerde boekingen zulk verschil ontstaan kan, zonder dat er eenige sprake van oneerlijk» heid is. Nu kan en zal het gewoonlijk gebeuren, dat niet alle boekjes aanwezig zijn; zoo licht blijft het een of ander achter. De trouwe kassiers verlangen niets beter dan een goede en sterke controle. En de ontrouwe kassiers, die moedwillig fraude willen plegen, weten dat zij door zulke controle ontmaskerd worden. Het is reeds éénmaal voorgekomen, dat bij de jaarlijksche controle de kassier de boekjes controleerde, en als een bestuurslid uit het Grootboek het saldo voorlas, dit accoord verklaarde met het saldo van het boekje, hoewel er verschil was. Eerst later is dit bedrog ontdekt, en de kassier ontzet uit zijn ambt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 6