939 zooveel mogelijk te overtuigen, dat de Boerenleenbank in orde is. Hoogst wenschelijk is het, vooral daar, waar slechts weinige bestuursleden zijn, dat ook de leden van den Raad van Toezicht, of althans eene Commissie uit dezen Raad, aan deze controle deelnemen; de Raad van Toe* zicht immers, moet volgens art. 35 der statuten, de Re* kening en Balans nazien en dient zich daarom te over* tuigen, dat de controle degelijk is gevoerd. Het is voor het Bestuur en voor den Kassier ook aan* genaam, als de Raad van Toezicht een werkdadig aan* deel in de controle neemt. I. Contröleeren van het aantal uitgegeven boekjes. Als men de jaarlijksche controle wil beginnen, is het eerste, wat gebeuren moet, nagaan, hoeveel boekjes er uitgegeven zijn. Dit is zeer gemakkelijk gemaakt, door het gebruik van formulier 35. De Centrale Boerenleenbank levert alle boekjes met een contröle*nummer, zoodat iedere Boerenleenbank steeds genummerde boekjes ontvangt. Wanneer de Kassier boekjes welke ook aange* vraagd heeft, dan moet hij formulier 35 invullen, dat wil zeggen, eene lijst, waarin alle spaar* en voorschot* boekjes, en alle boekjes voor loopende Rekening met hun contröle*nummer in volgorde vermeld worden. Wordt een boekje uitgegeven, dan vult de Kassier op deze lijst den naam in van dengene, die dit boekje heeft ontvangen, met woonplaats en nummer van het grootboekfolio, waarop diens rekening voorkomt. Aan het hoofd van de rekening in het grootboek, wordt eveneens het controle*nummer van het boekje vermeld. In deze lijst formulier 35 kan nu het Bestuur zien, eerstens welke boekjes zijn uitgegeven en aan wien, en tweedens welke boekjes nog niet zijn uitgegeven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 3