912 3. te beslissen over het opnemen van gelden, het verleenen van voorschotten en credieten in loot pende rekening en het stellen van zekerheid, bim nen de grenzen, door de Algemeene Vergadering bepaald; 4. te zorgen voor veilige belegging der gelden en voor bewaring der gelden en der stukken van waarde, overeenkomstig door den Raad van Toet zicht te geven voorschriften; 5. de noodige geschriften en oorkonden te doen vervaardigen; 6. toezicht te houden op de verrichtingen van den Kassier, vooral op de maandelijksche en jaar lijksche verantwoording, en minstens eens per jaar den stand der spaarboekjes, voorschotboekjes en boekjes voor loopende rekening met de boeken en bescheiden der Boerenleenbank te vergelijken, hetzij aan de hand van die boekjes zelf en zulks bij voorkeur, hetzij aan de hand van saldobiljetten, waarop de stand der rekeningen door het Bestuur is aangegeven en die door de houders der boekjes worden teruggezonden. De uitslag van dit iaart lijksch onderzoek moet uit een onderteekende ver; klaring in de spaan en voorschotboekjes en in de boekjes voor loopende rekening of uit de saldo biljetten blijken; 7. op den vooruit vastgestelden tijd terug betaling van voorschotten, desnoods gerechtelijk te eischen; 8. toestemming te vragen aan den Raad van Toezicht der plaatselijke en het Bestuur der Coö peratieve Centrale Boerenleenbank voor het aam gaan van gewichtige verbintenissen, als bedoeld in Art. 8, 4de lid van de Statuten der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, en voor het aangaan van processen; 9. jaarlijks, onder overlegging van de Rekening en Balans van den Kassier, aan den Raad van Toe zicht verantwoording te doen, gemelde Rekening

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 8