908 3. Wanneer een voorschotnemer de rente betaalt, teekent de Kassier in het voorschotboekje op zegel, zoo het verschuldigd bedrag in zijn geheel grooter is dan 10 gulden. Anders teekent hij zonder zegel. 4. Wanneer een voorschotnemer de provisie betaalt, teekent de Kassier in het voorschotboekje op zegel, zoo het verschuldigd bedrag in zijn geheel grooter is dan 10 gulden. Anders teekent hij zonder zegel. d. Bij loopende rekening. 1. Voor loopende rekening wordt een modelscontract geteekend op gezegeld papier van 50 cent, indien geen notarieele akte wordt opgemaakt. 2. Wanneer een loopende rekeningshouder geld op zijn rekening bij de Boerenleenbank stort, teekent de Kassier in het loopende rekeningsboekje op zegel, zoo het bedrag grooter is dan 10 gulden. Hij teekent in het loopende rekeningsboekje evens eens op zegel, wanneer dit gestorte bedrag niet grooter is dan 10 gulden maar strekt tot mindering of afdoening van een debet, op die loopende rekening voorkomend, grooter dan 10 gulden. Anders teekent hij zonder zegel. 3. Wanneer een loopende rekeningshouder geld haalt op zijn loopende rekening, moet hij een kwitantie aan den Kassier afgeven, welke op zegel is geteekend, ins geval dat bedrag grooter is dan 10 gulden. Die kwitantie moet eveneens op zegel geteekend zijn, zoo dit bedrag niet grooter is dan 10 gulden maar strekt in mindering of tot afdoening van een tesgoed op die loopende rekening, in totaal grooter dan 10 gulden. Anders geeft de loopende rekeningshouder een ons gezegelde kwitantie af. 4. Wanneer op de loopende rekening een bedrag wordt geboekt „wegens overschrijving" dan vermeldt de Kassier in het loopende rekeningsboekje de woorden: „Wegens overschrijving" en hij teekent zonder zegel. 5. Wanneer van de loopende rekening een bedrag wordt afgebroekt „wegens overschrijving" dan moet de loopende rekeningshouder een ongezegeld verzoek

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 4