MAANDELIJKSCHE
MEDEDEELINGEN
No. 99.
SEPTEMBER 1924.
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE
BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN
Toepassing van de bepalingen der Zegelwet.
In een der vorige nummers van de „Mededeelingen"
hebben wij opnieuw gewaarschuwd, de bepalingen der
Zegelwet nauwkeurig op te volgen, eerstens om den
naam onzer Boerenleenbanken ook in dit opzicht hoog
te houden en vervolgens om het gevaar van boete te
vermijden. Elke vastgestelde overtreding kan beboet
worden met honderd gulden. Het Bestuur, dat uit ver*
keerd toegepaste zuinigheid toelaat, dat de zegeling
achterwege blijft, kan aldus een groote schadepost voor
de Boerenleenbank veroorzaken. Wij wezen er reeds
op, dat een Boerenleenbank wegens tien overtredin*
gen voor duizend gulden beboet is. Elk bestuur over*
denke eens, wat dit voor zijn Bank beteekenen zou en
ga dus nauwkeurig na, of bij zijn Bank alles in orde is.
Maar niet alleen, dat men de eigen Boerenleenbank
benadeelen kan, ook de betrokken spaarders, voorschot*
nemers en loopende rekeninghouders, die wegens het in
bezit hebben van het niet of onvoldoende gezegelde
stuk, door den fiscus voor de boeten aansprakelijk ge*
steld worden, brengt men in ongelegenheid.
De nalatigheid wordt wel eens verdedigd als besparing
van kosten ten behoeve van spaarders en andere reke*
ning*houders. Men moet echter niet meenen, dat die
nalatigheid in het geval van boete door den betrokken
rekening*houder als zoodanig beschouwd en gewaar*
deerd zal worden^ Integendeel. Men moest eens lezen
de felle verwijten, welke in het hierboven vermelde