915 Ook wordt voor verschillende uitleeningen de voor* afgaande goedkeuring van het Bestuur der Centrale Boerenleenbank vereischt, zooals bij uitleeningen aan vereenigingen, en bij uitleeningen tot hoogere bedragen en voor langeren tijd, zooals bij de behandeling van art. 49 nader zal worden besproken. Vraagt bijtijds raad aan de Centrale Bank. Het komt zeer dikwijls voor, dat Bestuur en Kassier der plaatselijke Boerenleenbank, te goeder trouw op eigen inzicht afgaande, de een of andere aangelegen* heid, welke buiten de gewone Boerenleenbank*zaken valt, regelen. En wanneer zij bij het ontstaan van on* verwachte moeilijkheden zich eindelijk tot de Centrale Bank wenden, dan is het zeer moeilijk en soms zelfs geheel en al onmogelijk, te herstellen, wat uit onwetend* heid of dwaling verkeerd gedaan is. Zeer begrijpelijk is het, dat in dergelijke gevallen fouten begaan worden. Want van Besturen en Kassiers der plaatselijke Boerenleenbanken mag niet worden gevergd, dat zij elke kwestie klaar doorzien en daarbij rekening houden met wat alleen door speciale studie verkregen wetskennis en veelzijdige ervaring in bank* zaken vermogen te onderscheiden. Niet begrijpelijk echter is het, dat men bij deze kwesties, welke niet tot de gewone dagelijksche, naar vaste, voorgeschreven regels te behandelen Boe* renleenbank*zaken behooren, zoo vaak op eigen gezag handelt. Er ligt toch geen schande in, dat men in der* gelijke gevallen zijn licht bij deskundigen en ingewijden opsteekt, integendeel: dit is een bewijs van voorzichtig* heid en overleg. De volksmond spreekt van wijsheid, welke door schade en schande verkregen wordt; maar daarmede mogen alleen zij zich troosten, wien geen andere weg openstaat. Ieder zal het echter een dwaas* heid noemen, dezen prijs te betalen voor wat slechts een vraag behoeft te kosten. In gevallen, welke afwijken

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 15