873 in twijfel getrokken, heeft spreker eens laten nagaan wat alzoo onder het bewind van dezen Minister gebeurd is; en dit lijstje is lang geworden: 1. Een proef werd genomen voor den landbouw met de stichting van lagere land* en tuinbouwscholen, waar* onder twee in Noord*Brabant. 2. Bij Kon. besluit van 13 Dec. 1923 werden nieuwe algemeene regelen voor het verleencn van subsidies ten behoeve van cursussen voor lager land* en tuinbouw* onderwijs voorgesteld. 3. Tot stand kwamen o.a. de bijz. Rijks land* en tuinbouwwinterscholen te Breda, Roozendaal, Harder* berg, Haarlemmermeer, Hulst, Didam, Raalte en Sittard. 4. Voorts de wet van 4 Dec. 1920 houdende aanvul* ling en wijziging van de Plantenziektenwet, de meel* dauwwet 1912 en de aardappelwet. 5. De wet van 31 Dec. 1920 houdende de bepalingen tot bestrijding van bedrog in den handel in meststof* fen, zaaizaden en veevoeder. 6. Bij K. B. van 6 April 1921 werd een nieuw regie* ment voor de plantenziektenkundigen dienst vastge* steld, van voor planten schadelijke dieren en van plan* tennetten, bij in* en doorvoer van droge bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen. 7*8. De wet van 2 Juli 1923 houdende bepalingen be* treffende de jacht. 9. Op de begrooting werden gelden uitgetrokken voor het verleenen van voorschotten ten behoeve van de stichting van boerderijen op woeste gronden, terwijl een commissie voor ontginning werd benoemd. 10. Ingesteld werd een Rijksbureau en eene Rijks* commissie voor de ontwatering. 11. Opgericht werd het proefstation voor pluimvee te Beekbergen. 12. Tot stand kwam de wet van 26 Maart 1920 hou* dende bepalingen tot regeling van het veeartsenijkun* dig staatstoezicht met de daarbij behoorende uitvoe* ringsvoorschriften. 13. Een regeling werd getroffen, waarbij het invoer*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 9