881
Adviseur waren aanwezig, en toen na de opening der
vergadering de Minister door den Voorzitter was wel»
kom geheeten, ving de gewone vergadering der boe»
renleenbank aan. Met zeer veel belangstelling volgde
Z.Ex. hoe de zaken behandeld werden, met welke nauw»
keurigheid kasopname geschie'dde en hoe er beraad»
slaagd werd over de belangen der bank. Op de vraag
van den Minister, of er in de meer dan 25 jaren dat
deze boerenleenbank bestond, er veel schade geleden
was op de gegeven voorschotten, kon de Voorzitter
antwoorden, dat er in al die jaren nog geen cent schade
was geleden, en dat het zoo goed als nooit was voorge»
komen, dat een borg had behoeven aangesproken te
worden. Met rechtmatige vreugde kon de Voorzitter
daarenboven mededeelen, dat het reservefonds ruim
30.000 bedroeg.
De Minister dankte den Voorzitter en verdere aan»
wezigen, dat zij hem in de gelegenheid gesteld hadden
van nabij met de werking eener boerenleenbank te doen
kennis maken, en sprak zijn volle tevredenheid uit over
het buitengewoon secuur beheer van bestuursleden,
leden van den Raad van Toezicht en kassier dezer boe»
renleenbank.
Daarna bracht de Minister nog een bezoek aan de
Lagere Landbouwschool te Schijndel, aan de uitgebreide
gebouwen en magazijnen van den Handelsraad van d^n
N.C.B. te Boxtel, waar het Bestuur van den N.C.B. mede
ter ontvangst aanwezig was, en aan de Koninklijke Zui»
velfabriek te Schaik. Het ligt niet op onzen weg van
deze bezoeken, hoe belangrijk en leerrijk zij ook waren,
hier een verslag te geven.
Ter waarschuwing.
In de Algemeene Vergadering van de Centrale Boe»
renleenbank, den 21 Juni 1920 gehouden (zie Mededee
lingen bl. 33) werd, na gehouden onderzoek en na con»