878
veel te danken hebben, want' hij heeft dag en nacht
voor hen gewerkt. Helaas, zijn gezondheidstoestand
niet hem niet toe, dit feest bij te wonen, maar het
Bestuur heeft reeds besloten hem morgen te bezoeken,
om hem onzen dank, en den dank van u allen over te
brengen.
De heer van Vorst huldigt den Directeur*Generaal
van den Landbouw, den heer van Hoek, en stelde in
het licht, hoe de heer van Hoek vanaf zijn komst in
Noord*Brabant tot heden met liefde gewerkt heeft om
den Brabantschen en Nederlandschen boer omhoog te
brengen.
De heer van Hoek, Directeur*Generaal van den Land*
bouw, dankte voor de hulde, maar wilde er op wijzen,
dat de verheffing van den boer niet zou verkregen zijn
zonder menschen als Pater van den Elzen, Vincent
van den Heuvel en anderen, die de boeren uit de knecht*
schap omhoog gehaald hebben. Nu kan er Brabant ge*
rust zijn. Maar men vergete nooit, dat dit bereikt is
door eendracht en getrouwheid aan het vaandel.
De ZeerEerw. Heer van der Marck dankte de buiten*
landsche afgevaardigden voor hunne aanwezigheid en
vriendelijke begroetingen, maar vooral voor hetgeen het
Nederlandsche landbouwerediet van het buitenland
heeft kunnen leeren. Steeds werden wij met de meeste
welwillendheid en voorkomendheid ontvangen, en alle
inlichtingen stonden ons ten dienste. Dat heeft onze
organisatie tot veel voordeel gestrekt of voor verkeerde
stappen behoed.
De internationale band is ook in oorlogstijd van
waarde gebleken. En nu verhaalt spreker, hoe de Bel*
gische afgevaardigde Mr. Gijsen, van uit Leuven als
krijgsgevangene naar Duitschland overgebracht hem per
brief van deze gevangenschap verwittigde, om kennis
aan diens familie te geven. Daags erna vertelde hij deze
gevangenneming aan Berkvens, die onmiddellijk zeide
dat Gijsen moest vrijkomen, want dat we toch niet
voor niets onzen internationalen Bond hadden. Onmid*
dellijk werd aan den heer Johanssen in Hannover ge*