877 onderlinge eenheid en het onderling vertrouwen is, de noodzakelijke vereischten, om eene vereeniging sterk en groot te maken. Nooit werd er geschroomd de waar* heid te zeggen, maar men wist dat alles kwam uit een goedmeenend hart. Wij zijn dezen dag begonnen met dank te brengen aan den grooten God, omdat wij weten, dat aan Gods zegen alles gelegen is, en omdat wij erkennen, dat deze zegen ruimschoots gerust heeft op het werk, dat de christelijke liefde tot drijfveer had. En het was heerlijk te zien, hoe honderden en honderden leden onzer orga* nisatie deze H. Mis van dankzegging bij woonden. Maar na dank gebracht te hebben aan den Gever van alle goed, mogen we ook dank en hulde brengen aan de menschen, die zooals Schaepman zong, schepper zijn onder God. Als zulke scheppers beschouwt spreker de grondleggers van den Nederlandschen Boerenbond een ridder de van der Scheuren, een Pater van den Eisen, een Jan Truven, die het landbouwcrediet voorbereiden. Maar als de schepper onzer Centrale Bank zou spreker willen beschouwen Vincent van den Heuvel, die ons den weg heeft gewezen, en door zijn energie en door* zettingsvermogen de eerste, maar grootste moeilijkhe* den heeft doen overwinnen, en die ons Jan Berkvens bezorgde, aan wiens onbeperkte werkkracht en werk* lust de Centrale zoo onnoemelijk veel te danken heeft. Vincent van den Heuvel en Jan Berkvens, die twee groote mannen voor onze organisatie, zullen steeds in dankbare herinnering blijven voortleven. Maar wij mogen evenmin vergeten de andere werkers der eerste uren, zooals een Toon Bolsius en anderen, die, hopen we, hun loon reeds zullen ontvangen hebben, en degenen, die nog met ons dit feest mogen meevieren, zooals Burgemeester Pijls, die al deze 25 jaren een be= stuursfunctie vervulde, de heer van Vorst, die tot de oprichters behoorde en bijna 25 jaren bestuurslid is, Pastoor Souren en de heer Deckers, die heden niet aan* wezig konden zijn en vooral den grooten Pater van den Elzen, aan wien de boeren en tuinders zoo ontzaglijk

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 13