822
dat nog, dat gestreefd moet worden naar de grootst
mogelijke liquiditeit, en het heeft in het verleden, en in
het bijzonder in hetgeen het afgeloopen jaar heeft doen
zien, de bevestiging gevonden van de juistheid van de
gevolgde gedragslijn. De liquiditeit der middelen moet
evengoed als de soliditeit met de grootste zorg worden
nagestreefd, en ik wensch er den nadruk op te leggen,
dat op dit punt ook de beheerders der plaatselijke Ban;
ken een taak te vervullen hebben. Ook plaatselijk dient
men ervoor te waken, dat de direct opvorderbare mid;
delen niet te veel in langloopende leeningen worden
vastgelegd, omdat men daardoor een principieele fout
zou begaan, die zich vroeg of laat zou kunnen wreken.
De liquiditeit van de Centrale is prima; laat de bestuur;
deren ervoor zorgen dat ook van de plaatselijke banken
hetzelfde gezegd kan worden.
Men bedenke toch wel, en men houde er in de practijk
steeds rekening mee, dat het niet voldoende is te zorgen,
dat men de gelden veilig belegt, men dient ze ook zóó
te beleggen, dat men over dat veilig belegde geld kan
beschikken, als de inlegger, die het geld aan de Bank
toevertrouwde, het noodig heeft.
Ik zeg, als de inlegger die het geld gaf, het noodig
heeft. Ik zeg dit met bijzonderen nadruk omdat het in
de zenuwachtige periode, welke achter ons ligt, het meer;
dere malen is voorgekomen, dat inleggers en spaarders
aanmerkelijke geldopvragingen hebben gedaan zonder
dat zij het geld noodig hadden; in die mate zelfs, dat
het bestuur van de Centrale ernstig overwogen heeft of
voor de toekomst tegen dezen vijand van binnen niet
de noodige voorzorgsmaatregelen dienden te worden
genomen, door b.v. beperkingen aan te leggen, indien
zonder de minste noodzakelijkheid gelden worden terug;
genomen. Maar tenslotte is ons Bestuur van meening
geweest, dat wij vooralsnog dien weg niet behoeven op
te gaan, uitgaande van de redeneering, dat wij genoeg;
zaam op den organisatiegeest en het gezond verstand
onzer menschen kunnen vertrouwen, om er zeker van te
kunnen zijn, dat al moge men hier of daar onverstan;
diger zijn over het algemeen onze menschen toch vol;