820
De Voorzitter van het Bestuur, de heer Fleskens, ver*
krijgt het woord tot toelichting van de Balans enz. en
zegt:
Mijnheer de Voorzitter. Ik zeg U dank voor de ge*
legenheid die U mij biedt om bij dit punt der agenda
een kort woord van toelichting tot de vergadering te
richten. En dan wil ik beginnen met mij geheel en van
harte aan te sluiten aan de sc'hoone woorden door U
gewijd aan de blijde herdenking van het 25*jarig bestaan
van de Coöp. Centr. Boerenleenbank. Wij doorleven
thans voor onze organisatie een moment van bijzondere
beteekenis en ik kan dan ook niet nalaten ook mijner*
zijds mijn hartelijke en welgemeende gelukwenschen
aan deze vergadering aan te bieden, hetgeen ik met des
te meer genoegen en des te blijder gemoed doe, nu het
25e boekjaar van onze Centrale zulke heerlijke resul*
taten heeft opgeleverd, en afgesloten kan worden met
cijfers, welke niet alleen tot groote tevredenheid doch
daarnaast ook tot innige dankbaarheid kunnen en moe*
ten stemmen. En zulks ondanks de finantieele malaise
die heerschte en nog steeds blijft heerschen, ondanks
het feit, dat het afgeloopen jaar zich in het bijzonder
gekenmerkt heeft door een groote onrust, die een ge*
volg was van de velerlei financieele debacles, waaraan
de langzaam doorwerkende na*oorlogscrisis voor een
groot gedeelte schuldig stond.
Al viel hier en daar eenige zenuwachtigheid te be*
speuren, voor zoover als onze Centrale betreft, kan ik
met voldoening constateeren, dat de onrust onder een
deel van onze menschen, als het gevolg van den val der
Hanzebank, zeer beperkt is gebleven, en dat de organi*
satie der Boerenleenbank de vuurproef met glans heeft
doorstaan. De abnormale opvragingen, die na de eerste
alarmeerende onjuiste persberichten betreffende de re*
latie onzer Bank met de Hanzebank voorkwamen, ble*
ken, eigenaardig genoeg, voor 'het overgroote deel te
zijn gedaan door buitenstaanders, die de degelijke en
soliede organisatie der Boerenleenbanken niet of niet
voldoende kenden, terwijl er slechts betrekkelijk weinig