854 bonden. In 1905 gekozen tot lid van het Bestuur, werd hem in 1910 verzocht over te gaan naar den Raad van Toezicht, wijl de toenmalige President, wegens drukke bezigheden, alle vergaderingen van het Bestuur niet meer kon bijwonen. Terstond bij zijne benoeming tot lid van den Raad van Toezicht, werd hij tot President van dezen Raad gekozen en sinds bleef 'hij de trouwe bezoeker van alle Bestuursvergaderingen en vergadering gen van de Bestuurscommissie. Het moesten buitens gewoon gewichtige redenen zijn, die Mr. Aquarius van het bezoek eener vergadering weerhouden, want de bes langen der Centrale Bank liggen hem steeds na aan het hart. Zijn er in het belang der Centrale Bank onders zoekingen te doen, dan staat Mr. Aquarius steeds ges reed, en schrikt voor geen moeiten of vermoeienissen terug. Als Voorzitter van den Raad van Toezicht is hem de leiding der Algemeene Vergaderingen toevertrouwd, en allen is het bekend, met welk beleid hij deze vers gaderingen weet voor te zitten en te leiden, en te zorgen, dat eenieder in volle vrijheid kan zeggen wat hem op het hart ligt, zonder zich de leiding te laten ontnemen. Met vreugde werd dan ook op den 5en December, den dag der stichting van de Centrale Bank, vernomen, dat Mr. Aquarius door Hare Majesteit geridderd was. De Zeereerw. heer van der Marck, van wien het weeks blad „Nieuw Nederland" nog onlangs van de hand van prof. Geurts een uitnemende karakteristiek gaf, overs genomen o.a. in „De Nieuwe Koerier", heeft zijn ges heele leven een sterke daadwerkelijke belangstelling getoond vooral voor de sociale credietinstelling van de boeren. Hij heeft bij de propaganda voor de oprichting der plaatselijke Boerenleenbanken zeer verdienstelijk werk verricht. Hij had als secretaris in de Limburgsche Commissie van voorbereiding voor de Boerenleenbanken zitting en maakte zoodoende van het eerste begin af aan, de voorbereidingen en de werkzaamheden bij de oprichting van de plaatselijke Banken, van nabij mede. Toen de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 38