835
De Voorzitter zegt over de eerste vraag niet te kun*
nen beslissen. Dat behoort tot de competentie van het
Bestuur der Centrale Bank. Het tweede reclame
wordt reeds gedaan, en zal zeker ook verder nog toe*
gepast worden.
De Voorzitter van het Bestuur, de heer Fleskens, zegt,
deze aangelegenheid in het Bestuur der Centrale Bank
te zullen brengen. Principieel is er geen bezwaar tegen,
maar er zitten allerlei kanten aan de zaak, zoodat
spreker het niet gewenscht acht, daarin, staande deze
vergadering reeds te beslissen.
De afgevaardigde van Kwintsheul vraagt de reden te
mogen vernemen, waarom het glas bij de schattingen
van tuindersonderpanden buiten beschouwing wordt
gelaten.
De Voorzitter, de heer Mr. P. Truijen, antwoordt,
dat het glas door de BoeremHypotheekbank altijd als
eenigszins riskant onderpand wordt beschouwd, waarom
het Bestuur er dan ook bezwaar tegen had, het glas bij
de schatting naast den grond in aanmerking te brengen.
Intusschen is een commissie de zaak aan het onderzoe=
ken. Zoodra zij klaar is, zal het resultaat harer bevin=
dingen worden bekend gemaakt.
De afgevaardigde van Den Hout vraagt, of het niet
beter zou zijn de 100.000 pandbrieven, waarvan hier*
boven sprake was, niet uit te loten, maar er nieuwe
hypotheken van te geven.
De Voorzitter, Mr. P. Truijen, merkt op, dat er geen
aflossing plaats heeft, maar alleen omwisseling. Het geld
blijft dus belegd.
Na een dankwoord sluit de Voorzitter vervolgens de
vergadering.