830 inloopen. Ieder jaar 5% doende verminderen, zou men overigens de vereeniging geleidelijk, n.1. in 20 jaar, zonder bedrijfskapitaal van de Bank doen komen te staan, tenzij er weer opnieuw crediet werd verleend. Ofschoon er wel iets voor te zeggen valt, dat men, vooral van het standpunt der vereeniging zelf, die daar* door onafhankelijk wordt de vereeniging langzamer* hand in haar eigen bedrijfskapitaal laat voorzien, meent ons Bestuur toch, dat het voorshands wenschelijker is, dat het landbouwcrediet zijn taak tegenover de vereeni* gingen blijft vervullen, voor zoover het de verstrekking van bedrijfskapitaal betreft. Ik mag hier wel even bijvoegen, dat de opzet van de organisatie is, dat vereenigingsbedrijfscredieten bij onze Boerenleenbanken geleidelijk weggaan, om te worden ondergebracht bij de daarvoor speciaal in het leven ge* roepen Nederlandsche Landbouwbank, die juist om de Vereenigingen beter te kunnen dienen, op verzoek der landbouworganisaties, haar verschillende bijkantoren in landbouwcentra heeft geopend. Maar vooral de kleinere vereenigingen zullen voorloopig nog aangewezen zijn op de Boerenleenbanken, en daarom heeft ons Bestuur ge* meend, dat deze aangelegenheid diende te worden ge* regeld. Het voorstel van het Bestuur der C.C.B. is dan ook om het besluit der Algemeene Vergadering van 1915, op grond van de opgedane ervaringen aan te vullen als volgt: 1. de verplichte aflossing van 5% voor credieten van vereenigingen, die, na overleg met de Centrale Bank, blijken werkelijke bedrijfscredieten te zijn, te schrappen. 2. in verband hiermede de verleening van bedrijfs* credieten aan vereenigingen te doen plaats vinden naar gelang van de omstandigheden, voor niet langer dan vijf of tien jaren, om periodieke herziening gemakkelijker mogelijk te maken. 3. voor de thans loopende credieten van vereenigin* gen, die gebleken zijn zuivere bedrijfscredieten te zijn, zoo noodig ook de 5% verplichte aflossing, in overleg met de C.C.B. te doen vervallen, hetgeen natuurlijk al*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 14