829
een werkelijk geheel zich omzettende loopende rekening
te zijn, zonder vast gedeelte, dan kan de bepaling bes
treffende credietvermindering in de akte buiten toes
passing worden gelaten, in overleg en na goedkeuring
van de borgen.
Deze regelingen hadden enkel betrekking op de cres
dieten verstrekt aan individueele leden der banken. Zij
zouden niet gelden voor de vereenigingen, die bij de
Boerenleenbanken crediet genoten. Het Bestuur der
C.C.B. was evenwel van meening, dat met betrekking
tot het zuivere bedrijfscrediet van de landbouwvereenis
gingen, die met onze plaatselijke banken nog in rekening
staan, dezelfde beginselen konden gelden.
Het Bestuur der C.C.B. wilde evenwel deze regelen
niet tegelijkertijd toepasselijk verklaren op de credieten
in loopende rekening van vereenigingen, omdat de Als
gemeene Vergadering der C.C.B. in 1915 een regeling
had getroffen met betrekking tot de credieten in loos
pende rekening van vereenigingen, waarvan het Bestuur
der C.C.B. niet wilde afwijken zonder eerst de Alges
meene Vergadering te hebben gekend.
In deze regeling van 1915 komt n.1. onder meer deze
bepaling voor, dat alle bedrijfscredieten van verèenigins
gen jaarlijks met minstens 5% moeten verminderen.
Ons Bestuur zou nu willen voorstellen, dit dwingend
voorschrift van jaarlijksche vermindering, ook voor de
bedrijfscredieten te laten vervallen, ten einde zoodoende
met inachtneming der omstandigheden, meer vrijheid
van beweging te hebben in het belang der credietsgenies
tende vereenigingen.
Wanneer immers van de loopende rekening, die een
Boerenbond, aankoopvereeniging, veiling of zuivels
fabriek, een voldoende gebruik wordt gemaakt, zoos
danig, dat kan worden gezegd, dat de rekening een zuis
ver bedrijfscrediet is, hetgeen in overleg met de Centrale
Bank kan worden vastgesteld, dan volgt daaruit, dat
de vereeniging, die zelf in dat jaar haar schuld onges
veer aflost, niet noodzakelijkerwijze behoeft te worden
verplicht, haar crediet ieder jaar met 5% te doen