807 Daarom zullen de boerenleenbanken moeten trachten al het voorhanden geld, tot den laatsten penning, uit kast en kist, ja uit den kous, zooals Prof. Brinkmann zegt, naar de spaarbank te trekken, om de landbouwen* de bevolking te helpen. Bij de Boerenleenbanken is dit geld zeker beter ge* borgen dan in huis, waar het kan gestolen worden, ter* wijl een mogelijke, niet te hopen, waardevermindering, evengoed het geld treft, dat in den kous, dan dat in de Boerenleenbank ligt. Het aantal boerenleenbanken neemt in Duitschland nog steeds toe, hoewel er ook ontbonden worden, ge* deeltelijk wegens de crisistoestanden, gedeeltelijk wegens de opheffing van kleine boerenleenbanken, die zich bij grootere aansluiten. Op 1 Maart 1924 bestonden er in Duitschland 19.542 boerenleenbanken. In de maand Maart werden er 64 nieuwe opgericht en 23 ontbonden, zoodat er een toename was van 41. Indien al deze boerenleenbanken volgens den wensch van Prof. Brinkmann werken, kan er nog heel wat gered worden wat anders verloren ging. Ten slotte dringt Prof. Brinkmann er met alle kracht op aan, dat alle kringen der samenleving zorgen, dat toch de Rentemark zijne volle waarde zal blijven be* houden, want een grooter ongeluk kan Duitschland moeilijk overkomen, dan dat ook de Rentemark zijne waarde zou verliezen. Maar daarvoor is geen gevaar, zoolang de Rcntebank zoo sterk blijft, als zij thans is. De Landbouwvereenigingen in Spanje. De Algemeene Secretaris van den Belgischen Boeren* bond heeft in Spanje een Congres bijgewoond, waar men met de grootste belangstelling de inrichting van den Belgischen Boerenbond hoorde verklaren. In een verslag, dat de Hoogeerw. Heer Kan. Luyt* gaerens plaatst in het Orgaan van den Belgischen Boe*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 7