805
terugbetaald door de Coöperatieven; op einde 1923
bleef nog 13.256.768 fr. 57 terug te betalen op de
fr. 51.257.709.99 die oorspronkelijk werden toegestaan.
In de statistieken die opgeven, de voornaamste vers
richtingen der aangesloten Spaars en Leenkassen, onts
houden wij vooral dat het saldo der spaargelden in bezit
onzer kassen op einde 1922 fr. 257.256.998.40 bedroeg;
sedert de stichting werd ontvangen aan spaargeld
fr. 715.637.303.18. In 1922 werden toegestaan 5.135 lees
ningen voor fr. 29.055.779.24. De meeste leeningen ges
beuren met borgtocht. Het saldo der op 31 December
1922 nog uitstaande leeningen bedraagt fr. 66.465.802.98.
Daarna wordt uitleg verstrekt over de posten van
de balans. We vermelden enkel dat de winst fr. 290.262.25
bedraagt. Het gemeenschappelijk Reservefonds is thans
gestegen tot fr. 880.452.78.
De Boerenleenbanken en de economische
wederopbouw in Duitschland.
Een moeilijker toestand dan Duitschland doorleeft,
is bezwaarlijk te denken.
De oude Mark is geheel waardeloos; men moet één
billioen mark (1.000.000.000.000 mark) bezitten, om de
waarde te hebben van 0.60.
Door deze fabelachtige daling' van het geld, is alle
handel, industrie en landbouw, zóó in de war gekomen,
dat er niet meer uit wijs te worden was.
Eindelijk is hulp opgedaagd door de stichting van de
Rentebank. Deze Rentebank wordt gewaarborgd door
de bezittingen van industrie, landbouw en handel, en
kan rentemarken uitgeven tot een bedrag van Mki.
3.200.000.
Thans is zulke rentemark de volle 60 cent waard,
welke vroeger de goudmark waard was, ja hij noteert
zelfs op de beurs tot 63 cent, waarschijnlijk wegens de
schaarschte van het ruilmiddel.
Want van deze Mk. 3.200.000 moet geheel Duitsch*