815 12.000 franken; ik heb ze gespaard en wil ze nu tot heil mijner ziel besteden." Mgr. Dupanloup, bisschop van Orleans, ontving eens» daags van eene dame de volgende mededeeling: „Mon» seigneur, mijn man heeft mij 1000 franken ter be» schikking gesteld voor een nieuwe cashmiren shawl. Ik heb nu uitgerekend dat ik, het pond brood aan 25 centimen berekend, 4800 pond brood op mijn schouders te dragen zou hebben. Dit heeft mij afgeschrikt. Daarom stuur ik U de 1000 fr. ter uitdeeling aan de armen." Wie spaart bezit iets en kan aalmoezen geven. Wij mogen echter niet uit het oog verliezen: wie spaart, niet wie gierig is geeft aalmoezen. De spaarzaamheid is goed te onderscheiden van gierigheid. De gierigaard hecht aan zijn geld en goed. Het geld is hem aan 't hart gegroeid, geld is zijne liefste gedachte en zijn grootste zorg; al zijn moeite en streven is op het geld gericht, het geld is zijn God, dat aanbidt hij. De spaarzame mensch verwerft zich geld en goed om daarmee fatsoenlijk te kunnen leven; het is voor hem een middel tot een hooger doel, hij hecht er zijn hart niet aan. De gierigaard is hard en gevoelloos voor de noodlijdenden; het zou hem b.v. gemakkelijk zijn eene arme weduwe te helpen, maar hij geeft niets, of in 't uiterst geval een weinig; hij scheldt en schimpt over het altijddurend bedelen, zoo dikwijls hem iemand een rui» mere gift vraagt, en, geeft hij iets dan doet hij dit alleen, om van den aanhoudenden vrager verlost te worden. De spaarzame is vrijgevig, hij staat gaarne iets van zijne spaarpenningen af; hij is vol medelijden met zijne lijden» de medemenschen, en zal zich van 't een of ander onthouden om grootere aalmoezen te kunnen geven. De gierigaard wil altijd meer hebben, hij kan niet genoeg naar zijn zin samenschrapen. De spaarzame is tevreden dat hij eerlijk en onbekrompen door de wereld komt. Schenkt God hem meer, geeft Hij hem grooteren rijk» dom, hij is er dankbaar voor en besteedt des te meer voor goede doeleinden. Op die wijze bestaat er een hemelsbreed verschil tusschen den spaarzame en den

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 15