813 ontelbaar aantal is deze de totale ondergang geweest. Nooit zou hij te veel mogen drinken, altijd zich tevre? den stellen met een beperkte hoeveelheid. Zoo heeft de spaarzaamheid tot gevolg de matigheid en ze is een middel tegen dronkenschap. De ongelukkige vrouw van een dronkaard kwam tegen middag in de herberg, waar haar man toefde, en zeide: „Man, daar gij waarschijnlijk geen tijd hebt om naar huis te komen eten, heb ik u uw middagmaal gebracht." Zij plaatste eene overdekte schotel op tafel en ver* wijderde zich. Haar man noodigt zijne drinkkameraden met een gedwongen glimlach uit met hem te deelen; maar toen hij het deksel van den schotel lichtte, vond hij daarin niets dan een stuk papier met de woorden: „Moge u het eten smaken; het is hetzelfde wat uw gezin thuis heeft." Is dat niet het beeld van zoovele huisgezinnen die niet sparen? En het tegenstuk? Een man had zich ges wend 's morgens een borrel te drinken; dat bracht hem steeds tot meer, weldra werkte hij niet meer en zat bijna voortdurend in de kroeg. Op een goeden dag komt hem een boekje over het sparen in handen. Hij leest het, en herleest het. Voortdurend klinkt het hem in de ooren: „Dronkaard, hoeveel geld werpt gij in het glas?" Hij begon uit te rekenen hoeveel hij iederen dag ver? teerde, hoeveel in de week. Het werd hem wee aan 't hart. Hij besloot matig te leven, te arbeiden en te sparen. Hij bleef trouw aan zijn besluit na tien jaren was hij bezitter van een flink huis en een goede zaak. En nog dikwijls in zijn leven, als hij met dronkaards in gezelschap was, riep hij hun de woorden toe, die hem van den ondergang behoed hadden: „Dronkaard, hoeveel geld werpt gij in het glas?" Sparen maakt matig! 6. Sparen maakt vrijgevig. Wie niets heeft, kan niets sparen. Wie niets spaart, heeft niets. Zelfs wie een groot vermogen geërfd heeft zal daar spoedig een gat in hebben, indien hij niet spaar?

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 13