790 voor hunne gewichtige betrekking niet geschikt zijn, of nog erger, dat zij de Statuten niet nakomen, of gevaar* lijke credieten geven. Als er gevaar bestaat, dat op zulke wijze de boerenleenbank belangrijke verliezen zou gaan lijden, dan moet er toch een macht zijn, die een einde aan zulken toestand kan maken. En daarom geven de Statuten aan den Raad van Toezicht de be* voegdheid, om alsdan één of meer leden van het Bestuur te schorsen. Zoodra een lid van het Bestuur geschorst is, houdt hij wel niet op lid van het Bestuur te zijn, maar wel verliest hij alle bevoegdheid en macht, die hij als bestuurslid bezat. Een geschorst bestuurslid kan dus niet meer namens de vereeniging teekenen; hij mag niet meer deel* nemen aan de stemmingen, en als hij het toch doet, zoo telt zijne stem niet mede; hij heeft geen recht meer de vergaderingen bij te wonen, in één woord dus, het is alsof hij geen bestuurslid was. Maar door de schorsing houdt hij niet op, lid te zijn van het Bestuur, zoodat men niet kan zeggen, dat zijne plaats is „opengevallen". Daarom is op dit geval, wat de vervanging betreft, niet art. 18, sub 2 van toepassing, doch hier geldt de regeling van dit artikel zelf, waarin bepaald wordt, dat de Raad van Toezicht een plaats* vervanger aanwijst voor het geschorst bestuurslid. De Raad van Toezicht kan in dit geval ieder lid hiervoor aanwijzen, maar bij voorkeur moet hij iemand aan* wijzen, die lid is van dien Raad van Toezicht. Wanneer de Raad van Toezicht een bestuurslid ge* schorst heeft, moet er binnen veertien dagen eene Ah gemeene Vergadering worden opgeroepen. Op deze Algemeene Vergadering wordt de zaak van het geschorst bestuurslid behandeld; de Raad van Toe* zicht legt de reden bloot, waarom de schorsing is uit* gesproken; de geschorste kan zich verdedigen. En ten slotte moet de Algemeene Vergadering beslissen, wat er gebeuren moet. Gewoonlijk zal terstond de eindbeslis* sing kunnen genomen worden, namelijk of de schorsing opheffen, of het geschorste lid uit zijne betrekking ont*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 6