789
indien er 3, of 4 indien er 7 bestuursleden zijn. Bij de
eerste aftreding moet de Onderdirecteur, en mag de
Directeur niet aftreden; deze bepaling is genomen, op*
dat de Bank niet tegelijkertijd Directeur en Onder*
directeur zou kunnen verliezen.
Bestaat het Bestuur uit 3 leden, dan treedt voor den
eersten keer dus na 2 jaren de Onderdirecteur en
het bestuurslid af; zijn er meerdere leden, b.v. zeven,
dan treden eerstmaal vier leden af, en wel de Onder*
directeur, en de drie bestuursleden, wier namen in
alfabetische orde het eerst voorkomen.
De functies van Directeur en Onderdirecteur, worden
door de leden onderling verdeeld. Hoewel de Statuten
dit niet uitdrukkelijk voorschrijven, is het toch ge*
wenscht, dat deze stemming met briefjes geschiede, om
de volledige vrijheid der stemming te bewaren. Een
aftredende Directeur of Onderdirecteur mag aan de
stemming deelnemen, en diens stem is geldig, ook als hij
op zich zelf zou stemmen. Het kan zelfs gebeuren, dat
dit noodzakelijk is, om een resultaat te bereiken, bij*
voorbeeld als bij een aantal van 7 bestuursleden er 3
ziek of afwezig zijn, en de benoeming niet kan worden
uitgesteld.
Art. 22.
1. Wanneer Bestuursleden, naar het oordeel van
den Raad van 7 oezicht hun ambt niet behoorlijk
vervullen, kunnen zij door dezen Raad geschorst
worden.
2. De Raad van Toezicht wijst, bij voorkeur uit
zijn midden, voor het geschorste Bestuurslid een
plaatsvervanger aan, en roept zoodra mogelijk,
maar uiterlijk binnen veertien dagen, een Alge
meene Vergadering op, die naar bevind van zaken
beslist.
Volgens art. 21 worden de bestuursleden voor den tijd
van vier jaren gekozen.
Nu kan het echter gebeuren, dat in deze vier jaren
één of meerdere bestuursleden bewijzen geven, dat zij