774 daar. Zeer leerzaam is in dit opzicht een correspondens tie van den Ned. Gezantschapsattaché te Washington in Handelsberichten van 31 Januari 1924. De crisis in het Amerikaansche landbouwbedrijf is als overal elders te wijten aan den wereldoorlog. In den tijd van hoogconjunctuur hebben de boeren daar, precies als hier, veel te veel en veel te duur land gekocht. Toen daarna de crisis intrad in den vorm van stijgende prijs zen van allerlei levens* en bedrijfsbenoodigdheden, als kleeding en huisraad voor de bevolking, benzine en steenkool voor de motoren en landbouwmachines, vaak met meerdere 100%, gelijktijdig met een geweldige das ling der prijzen van de landbouwproducten, trad een zekere ineenstorting van het bedrijf plotseling in. Hoever de crisis in 1920 om zich heen greep, blijkt uit een in 't voorjaar van 1923 door het Departement van Landbouw ingesteld onderzoek over het tijdvak Januari 1920 tot Maart 1923, waarbij van 15 Staten rapporten ins kwamen, hetwelk uitwees, dat van de 68.090 boeren* eigenaars, 4% hun bedrijf hebben moeten opgeven door executie tegenvolge van faillissement, 41/2% hunne boers derijen hadden verloren zonder dat executie plaats vond en dat 15% alleen aan de lankmoedigheid hunner credis teuren te danken hadden, dat zij nog in het bezit hunner boerderijen waren. Voor 26.000 landbouwers waren deze cijfers respectievelijk 7.2%, 7.8% en 21.3%. Dat wil dus zeggen dat 2900 boeren hun spullen kwijtraakten en dat 5460 per gratie van de banken mochten blijven zitten. Hoe kwam het dat al deze boeren in 1920 gedwongen werden om te verkoopen en failliet te gaan? We lezen daaromtrent: „De crisis van 1920 moet in geen geringe *lnate toegeschreven worden aan het feit, dat door de banken drang werd uitgeoefend op den landbouwer om leeningen af te lossen binnen een kortes ren termijn, dan hij behoefde om zijn producten geleides lijk en behoorlijk ter markt te brengen." Daardoor moest de bouwboer plotseling tegen veel te lagen prijs zijn

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 6