771 2. Een brief van de vereniging „Landbouwonderwijs" om te bedanken voor een gift van honderd gulden, welke de Algemeene Vergadering uit de beschikbare jaarlijks sche winst heeft geschonken. IV. Aanvragen van credieten. a. Jan Hermans van Nieuwenhof, lid der Boeren; leenbank, vraagt een voorschot van 2000. Doel van het voorschot is de aankoop van jong vee, om dit te kunnen vet weiden. De aanvrage wordt credietxvaardig geacht, omdat hij eigenaar is van de onbelaste hoeve, en zeer ijverige en oppassend. Hij is nog niemand borg, en heeft geen andere voorschotten of credieten. Als borgen worden voorgesteld Herman Jans van Kasteelshof en Piet de Kat. De eerste is ook borg voor Karei Thomas voor een voorschot van 1000.Wijl Jans echter zelf geen voorschot heeft, is er geen bezwaar hem ook nu als borg toe te laten. Ook tegen Piet de Kat bestaat geen bezwaar. Het voorschot wordt verleend voor den tijd van één jaar, wijl in dien tijd het vee zal verkocht zijn. b. Karei Sebastiaan, lid der Boerenleenbank, vraagt een voorschot van 2500. Doel is de uitbreiding zijner boerderij, nu twee zoons volwassen zijn; aanvrager wil zijn veestapel uitbreiden en meer grond pachten, zoodat hij meer bedrijfskapitaal noodig heeft. De aanvrager wordt voor dit bedrag goed geacht, vooral als zijne beide zoons bij hem in de boerderij blijven. Omdat deze laatste voorwaarde van gewicht is, wordt besloten het crediet te verleenen, onder voor; waarde, dat de vader en de beide zonen gezamenlijk de schuld aangaan. Als borgen worden aangenomen Jan van Onderen en Piet van Boven, die beiden nog geen verplichtingen aan de Boerenleenbank hebben. Goedgekeurd wordt eene jaarlijksche aflossing van 400.zoodat de geheele som in 7 jaren zal zijn af;

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 3