783
2. Sparen geeft vastheid van karakter.
Het is duidelijk, dat ook de armste man een zeer
vast en beslist karakter hebben kan. Daar zijn zelfs
bedelaars, aan wie de Kerk de eer der altaren heeft
toegekend.
Verder is het ook waar dat er rijke lieden gevonden
worden, die zeer karakterloos zijn, die in tegenwoordig?
heid van geestelijken zich zeer vroom voordoen en later
in gezelschap van zoogenaamde vrijdenkers niet genoeg
schertsen kunnen over diezelfde geestelijken of ten min?
ste bij het hooren van smaadreden over godsdienst en
priesters geen woord van afkeuring over hunne lippen
laten komen.
Dit zijn karakterlooze lui, weerhanen, die zich richten
naar den wind. Toch kan niet ontkend worden dat de
onvermogende meer dan anderen bloot staat aan het
gevaar, ook karakterloos te worden. Omdat hij niets
heeft, is hij natuurlijk afhankelijk van anderen: hij moet
hun rente betalen, geld van hen leenen. op crediet van
hen koopen. Hoe zeer dreigt dan het gevaar, dat men ook
de meeningen en geestesrichting aanneemt van den?
gene, van wien men afhankelijk is. Dit gevaar is nog
grooter, indien de bezittende zijn invloed onmiddellijk
gebruikt om zijne zienswijze op te dringen, indien hij
eischt: „zoo moet gij doen". O, hoe moeilijk zal het den
arme dan zijn, zijne overtuiging getrouw te blijven,
zich met beslistheid te verzetten tegen de eischen des
rijken. Zeker het is niet goed te keuren dat deze of gene
tegen zijn geweten spreekt of handelt. Maar in de be?
oordeeling mogen we niet te streng zijn: dikwijls zijn
het zeer arme en afhankelijke menschen, die slechts uit
vrees voor hen, van wie ze afhankelijk zijn, tegen hun
geweten spreken of handelen. Waren ze zelfstandig en
onafhankelijk, ze zouden anders doen.
Van hoeveel gewicht is het derhalve dat men spaart,
om op eigen beenen te kunnen staan, om van niemand
afhankelijk te zijn. Weet gij waarom de landbouwers?
stand tot?nu?toe het trouwst bleef aan den godsdienst