782 en bezittenden: laat u vertellen op welke wijze zij tot welstand gekomen zijn. Natuurlijk zult gij den een of ander vinden, wien het vermogen als erfenis in den schoot gevallen is. Maar gij zult er veel meer ontmoeten, die met niets begonnen zijn, maar door verstandig sparen iets verwor* ven hebben. Een zadelmakersleerling trok in den vreemde. Zijne arme ouders konden hem niets meegeven voor de reis, dan den ouderlijken zegen en eenige goede raadgevingen. Een daarvan luidde: Geef geen penning noodeloos uit. De brave jongen was er trouw aan. Zoodra hij werk ges vonden had trak hij in de katholieke gezellenvereeniging en iederen Zondagavond bracht hij den bestuurder wat hij van zijn loon overhad, om dit tegen interest uit te zetten. Na eenige jaren had hij de belangrijke som van 4000 franken bijeen. Met dit gespaard geld keerde hij naar zijn geboorteplaats terug. Daar vestigde hij zich als baas en begon een eigen zaak. En daar hij spaarzaam bleef en daarbij eene spaarzame vrouw huwde, ging het voortdurend beter, de arme leerjongen van vroeger is thans een der meest welvarende en meest geachte per* sonen zijner gemeente. Hij leeft nog, en alhoewel reeds 70 jaar oud, arbeidt hij nog voortdurend in zijne werk* plaats. Wat zooeven verhaald is, doet zich duizenden en dui* zenden malen voor in de wereld. De meesten, die iets bezitten, hebben het door spaarzaamheid gekregen, en bijna allen die niets bezitten, verstaan ook de kunst van sparen niet. Wij kennen er velen, die aardig wat vers dienen, maar wat ze verdienen, moet onmiddellijk uit* gegeven worden. Men eet en drinkt beter en meer dan noodig is; men veroorlooft zich genoegens, waarop de spaarzame geen aanspraak maakt; men drinkt nu en dan meer dan voor den dorst noodig is, en kleedt zichzelven en de kinderen naar de nieuwste mode, en op die wijze is men spoedig door de groote verdiensten heen en heeft men het pleizier, in minder gunstige tijden, ge* brek te lijden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 14