781
vrede en rust; ook de hut van den arme wordt door
haar omgeven met tevredenheid.
I. Waarom sparen?
Wie wenscht niet rijk te worden?
Met den rijkdom worden immers den mensch de mid*
delen tot alle gemakken des levens gegeven.
Toch brengt de rijkdom ook groote gevaren met zich.
„Wie rijk wil worden", zegt het Boek der boeken,
„valt in de bekoringen en de lagen des duivels en in vele
ijdele en schadelijke begeerten, die den mensch tot
ondergang brengen en in 't verderf storten". De volks*
schrijver Alban Stolz was van oordeel dat, had men
weinig geld, men daarover meester bleef, had men echter
veel, dan werd het geld meester over den mensch, en
daaruit verklaart hij dat de arme vrijgevig is, de rijke
vasthoudend en gierig. Indien we derhalve zeggen: „Spa*
ren maakt rijk", bedoelen we daarmee niet in de eerste
plaats groote aardsche schatten, maar goederen der ziel,
rijkdom en deugd; toch neemt door het sparen ook
de stoffelijke welvaart toe.
Wat is dan het voordeel van het sparen?
1. Sparen maakt welvarend.
„Spaart gij iets, dan hebt ge iets." Duizenden zouden
gaarne iets bezitten, maar zij willen daarvoor niets doen.
Zij verlangen dat de gebraden duiven hun in den mond
vliegen, ofwel ze zoeken hun geluk in de loterij. Eens,
zoo redeneeren ze, en misschien wel spoedig zal ik toch
wel winnen; ondertusschen worden ze voortdurend
armer.
Anderen rekenen op een erfenis, die hen van een
rijken oom in Amerika zal te beurt vallen. Maar de oom
is nog niet van plan te sterven, en de erfenis laat zich
wachten.
Er is slechts één veilige weg om in het bezit van iets
te komen: Dat is de weg van het sparen.
Ga rond, waarde lezer, in de huizen der weihebbenden