758
economische verzwakking van het proletariaat, lichame*
lijke ondermijning, werkloosheidsvergrooting, ondervoe*
ding, loonsverlaging, nederlagen van de vakvereenigin*
gen, ontmoediging, verzwakking en verdeeling der arbei*
derSklasse. En niet alleen verklaarde de leider der
communistische partij dat inflatie deze gevolgen
heeft, maar ook reeds een dreigende inflatie.
Zeer terecht heeft de heer van Vuuren op deze uit*
latingen de aandacht gevestigd, en nog eens duidelijk
uiteengezet, welke belangen er gemoeid zijn met de
stabiliteit van den gulden.
De heer van Vuuren zeide o.m.:
„Ik wil mij gaarne aansluiten bij den heer Wijnkoop,
daar deze terecht heeft gezegd, dat de slachtoffers der
inflatie in Duitschland zijn, en zullen zijn in ons land:
niet de rijksten of rijken, maar de minder draagkracht
ti£e medeburgers. Ik wil dit, nu hij mij voorging, gaarne
ietwat uitwerken, omdat ik het niet van belang ontbloot
acht, dat het Nederlandsche volk zich er rekenschap
van geeft en dat, helaas, nog te weinig geschiedt.
In landen met een lage valuta heeft menige Nederlan*
der met betrekkelijk weinig guldens in den zak, bijna als
millionair geleefd. Hij heeft echter, terwijl hij zich*zelf
ongewoon rijk gevoelde door de schijnbare goedkoopte,
tegelijkertijd gezien de naamlooze ellende, die geleden
werd door ambtenaren, gepensionneerden, kleine rente*
niers, werklieden enz., voor wie het leven onhoudbaar
duur was. Het leek wel eens, dat de werklieden nog zoo
slecht niet af waren, en betrekkelijk genomen waren ze
het misschien ook minder. Voor een groot deel echter
was hun bevoorrechte positie een groote schijn. Het
hooge loon bij het begin van de week was aan het einde
der week, wanneer het werd uitbetaald, tot zeer beschei*
den afmetingen teruggebracht wegens de daling van de
mark en de kroon en de daarmee gepaard gaande stijging
der prijzen
„Het feit blijft, dat de sterke valutadaling tengevolge
heeft gehad een schrijnende tegenstelling tusschen ar*