MEDEDEELINGEN No. 92. FEBRUARI 1924. VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN Dc veiligheid van den Hollandschen gulden en de Landbouw. Men hoort nog wel eens de meening verkondigen, dat de landbouw door de waardedaling van het nationale geld inflatie genaamd weinig lijdt, ja zelfs verdient. En zulke meening maakt, dat in landen, waarin het geld zijne oude waarde behouden heeft, de landbouwers geen vrees koesteren voor inflatie. Toch is deze meening geheel bezijden de waarheid. Want de landbouwers lijden evengoed, als de geheele bevolking, onder de ramp van de waardedaling; ja, op den duur zelfs meer dan de handel en de industrie. Vergelijkt men, in de landen met slechte valuta, den toestand van den werkman met dien van den landbous wer, dan slaat de balans gewoonlijk ten gunste van den landbouw over, wijl hij zelf de eerste levensbehoeften voortbrengt, en daardoor in betere conditie is. Maar eerstens zijn de landbouwers, evengoed als de andere burgers hun bespaard geld kwijt, want het heeft geen waarde meer. Maar dan komt voor den landbouwer het nadeel, dat hij duur moet inkoopen, wat hij noodig heeft, vooral de kunstmest en alle gereedschappen, terwijl de voorts brengselen van den landbouw niet in evenredigheid in prijs stijgen. En dit is zeer begrijpelijk, wijl de Staat er steeds op uit is, om de levensmiddelen zoo goedkoop mogelijk te verschaffen, en dientengevolge maatregelen neemt, waardoor de levensmiddelen zeer dikwijls moes ten verkocht worden onder den prijs, dien zij aan voorts brenging kosten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 1