763 cultuur geleerd heeft, en daarenboven voldoende kennis heeft van de geschiktheid van den grond voor de diverse culturen, zal steeds een voorsprong hebben op degenen die deze kennis missen. Daarom wordt dan ook terecht zooveel zorg besteed aan het landbouwonderwijs, niet enkel voor de jongens, maar ook voor de meisjes, die later op de boerderij heel wat beter op de hoogte zullen zijn, afgezien nog van de waarde eener zuinige en flinke huisvrouw, waartoe ze ook op die scholen gevormd worden. Nu zijn er in de laatste jaren zeer vele landbouw* scholen in ons land verrezen, en de gewestelijke Boeren* bonden hebben hier een zeer dankbaar werkterrein ge* vonden, dat ze ook met liefde en kracht hebben ge* exploiteerd. Maar zeer vele scholen zijn in den duren tijd opge* richt; dat heeft extra*kosten medegebracht. En vooral zijn in dien tijd op enkele schouders te hooge lasten gelegd, die er niet op mogen blijven drukken. Daaren* boven worden in dezen tijd heel wat bijdragen ver* minderd. En toch, het landbouwonderwijs is voor den boerenstand zóó noodzakelijk, dat het er niet onder mag lijden. Daarom dienen niet enkel de particuliere personen, doch ook de vereenigingen te helpen. De vereenigingen hebben zeer veel belang bij de ont* wikkeling van den boerenstand, want hoe beter onder* legd en knapper de landbouwer of tuinder is, des te meer waarde zal hij hebben als bestuurder of zaakvoerder eener vereeniging. En als wij van vereenigingen spreken, denken we hier allereerst aan onze Boerenleenbanken. Binnenkort zullen de balansen der Boerenleenbanken gereed zijn, en vele Boerenleenbanken zullen ongetwij* feld over een deel der jaarlijksche winst kunnen be* schikken. Zou het nu niet de hoogste aanbeveling verdienen, als bij de verdeeling dezer winst aan het Landbouwonder* wijs gedacht werd?

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1924 | | pagina 11