762
zijn de bloei van het vereenigingsleven en het land;
bouwonderwijs.
Voor heden willen we ons beperken tot het landbouw;
onderwijs, omdat dit niet enkel onze belangsteling ver»
dient, maar ook onze steun noodig heeft.
Het boeren; en tuindersvak is een zeer moeiijk en in;
gewikkeld vak. Iemand, die buiten den boerenstand
staat, kan zich moeilijk een begrip maken van de kennis,
ervaring en vaardigheid, die door dit vak gevorderd
wordt; en wanneer hij zich de moeite getroost, om wat
meer kennis van dit vak te nemen, staat hij verbaasd
over al hetgeen een knappe, degelijke boer en tuinder
moet kennen.
Nu zijn er nog velen, die het werken bij vader thuis
de beste leerschool noemen; en als vader zelf een knappe
ontwikkelde boer is, zal hij zijn kinderen heel veel ken;
nis en ervaring kunnen mededeelen. Maar toch juist
als hij een ontwikkeld man is, zal hij er prijs op stellen,
dat zijn zoon of dochter een landbouwschool bezoekt of
cursussen volgt, omdat hij weet, dat er nog altijd veel te
leeren valt, vooral in den tegenwoordigen tijd, nu het
gebruik van machinerieën en van kunstbemesting niet
meer te missen is.
Er komt echter nog iets bij; vroeger kon de zoon
„boeren" zooals zijn vader en grootvader „geboerd"
hadden, omdat de toestanden meerdere menschenlevens
dezelfde bleven. Maar thans moeten nog al eens de
bakens verzet worden. Onze Nederlandsche landbouw
is aangewezen op export; en als in het Buitenland vraag
is naar bepaalde soorten landbouwproducten of voor
bepaalde soorten vee, dan zal dat Land het best er bij
varen, dat in staat is datgene te leveren, wat op 't oogen;
blik het meest gevraagd wordt. Hetzelfde geldt voor het
eigen land, zooals we bijvoorbeeld zien met verschillende
groenten, die thans een bron van inkomsten vormen en
vóór enkele jaren haast niet geteeld werden.
En juist dat verzetten der bakens, eischt doorzicht en
kennis en wel in hoogere mate dan vroeger. Een boer,
die op de landbouwschool de verschillende soorten van